Knotgroep Bunnik

Vroeger werden de wilgen en essen door de boeren geknot omdat de soepele rechte takken vele toepassingen hadden in het landbouwbedrijf. Er konden schuttingen van gevlochten worden, en manden. Of de typisch Betuwse bijenkorf bisschopsmuts. De grotere staken van de es waren uitstekend geschikt als gereedschapsstelen, of hekkepalen. En het kromhout was altijd bruikbaar in de oven van het bakhuis. En ook buiten het boerenbedrijf was het knothout een nuttig artikel, Rijkswaterstaat gebruikte het in zinkstukken en wegfunderingen.
De knotbomen werden een belangrijk element in een harmonieus landschap.

Tegenwoordig is de gebruikswaarde van het knothout veel minder. Hobbyisten vlechten nog steeds schuttingen en manden (en beelden). En ook bijenkorven worden nog gevlochten, maar de imkers gebruiken tegenwoordig houten (of plastic) bijenkasten. Rijkswaterstaat gebruikt nog steeds zinkstukken van gevlochten wilgentakken. Maar de productie van knothout is veel groter dan er wordt gebruikt.

ingestorte wilg
Toch moeten de takken van een knotboom om de 4 of 5 jaar worden afgezaagd. Op een knotboom die niet wordt bijgehouden zal een grote vracht aan takken en staken groeien die na een paar jaar zo zwaar wordt dat de boom scheurt, in stukken tegen de grond gaat liggen en sterft.

Als we de knotbomen in het landschap willen behouden zullen ze regelmatig geknot moeten worden. Dus trekken vrijwilligers met zagen en ladders het land in.

De Knotters

Als jonge Wilgenstaken
teveel in Groeidrift raken,
staat de Knotter op …
… millimetert die houten Kop.

Boven het maaiveld, op zijn Troon
ontzaagt hij … met enig Machtsvertoon
aan de groene Koning zijn Najaars-Kroon.
Kaalheid is zijn loon.

Tergend Traag …
verdiept de Zaag
zijn onverbiddelijke Snee …
… ontlokt een kreunend Wee
aan 't Vuistdik Hout.
Het sappig Poldergoud
zal niet meer bloeien.

De droefheid
over zóveel Snevend Struweel
ten spijt …
… klinkt Vreugdegeschal
bij iedere Takke-val.
De Knotters zijn voldaan …
de Lente komt eraan …
want … na het knotten
komt immer weer …
… het Jonge Uitbotten.

Siwart Oldenburg ©